Niet de hel, maar de dood moeten we onder ogen zien
20 september 2023 | Door Ferdinand Borger | Geen reacties
Veertig jaar geleden lag in het ziekenhuis van Gouda een man te klapperen op een bed. Het was mijn opa, 89 jaar oud en bezig met zijn laatste uren. Naast zijn bed, voor ons onzichtbaar, stond een duivel die hem angst aanjoeg. In korte tijd trok zijn leven aan hem voorbij met voor ons onzichtbare beelden. Mijn moeder legde een hand op het hoofd van haar vader en fluisterde psalmteksten vol liefde en troost. De man kwam tot rust.
Je wilt geen mens de hel aandoen, of het vooruitzicht van een streng oordeel na dit leven. Zeker niet als het sterven nabij is. Het overgrote deel van de geestelijkheid heeft de hel dan ook van zich afgeschud. En dat is maar goed ook.
De hel was het machtsmiddel van de kerk. En omdat er maar weinig bijbels houvast is om over de hel te spreken, liet dat alle ruimte voor speculatie en verbeelding die ontaardde in macht en machtsmisbruik. Het is niet voor niets dat er een reformatie plaatsvond toen de kerk sleutelhouder van hemel en hel was geworden en pretendeerde over de entreekaarten te beschikken.
We zijn niet meer op weg naar een stip op de horizon.
Over hemel en hel hebben we leren zwijgen. Dat is geen gevolg van de secularisatie of verlies van macht: het is het verlies van verbeeldingskracht dat de kerk parten speelt. Het eind van de tijden visualiseren we niet meer als het hemelse Jeruzalem of het Laatste Oordeel. We zijn niet meer op weg naar een stip op de horizon, naar een visioen dat ons in het verschiet ligt. Niets van dit alles, we zijn in het hier en nu beland.
Nu de kerk voor steeds minder mensen van belang is en mensen vervreemd raken van bijbelse taal kan er bij veel uitvaarten vrijelijk over de hemel wordt gesproken. Niets: dood is dood. De overledene leeft verder met het beste dat hij of zij in het aardse leven heeft meegemaakt. Hij voetbalt op de eeuwige voetbalvelden, reist met vrienden door het hiernamaals en geniet van het leven na de dood: eet, drinkt, en leeft het leven tot in zijn uitersten.
Want na de dood is het leven eindelijk onbegrensd. De dood als niet meer het bittere einde van het leven, maar als overgang van beter naar best.
Geef ruimte aan verbijstering
Het ongemak bij een uitvaart is niet langer de confrontatie met de dood, maar met de ontkenning ervan. Moeten we als theologen de hel weer invoeren, zoals Arnold Huijgen suggereert (Religie&filosofie, 14 september)? Nou, nee. Maar de dood opnieuw onder ogen zien is, dat is wat anders.
Geef ruimte aan de verbijstering als je vriend in drie maanden wegteert door kanker. Schreeuw de woede uit nu tienduizenden de dood worden ingejaagd in de zoveelste zinloze oorlog. En roep een kyrie naar de hemel waar de aarde beeft.
De hel ontstaat waar liefde de ander niet meer kan bereiken en de schreeuw om recht wordt gesmoord. Niet de angst voor de hel moeten we herinvoeren, maar de erkenning dat we vaak machteloos moeten toezien dat het leven ons ontglipt.
In de absurditeit van dit alles kunnen we een zegen prevelen of een psalmtekst fluisteren als inzet van de meest minimale verbeeldingskracht. En dan: heilzaam zwijgen. In ontzag.
Gepubliceerd in Trouw 18 september 2023