Image Image Image Image Image Image Image Image Image

Verlamming of veerkracht

7 oktober 2024 | Door | Geen reacties

Hoe verlammend is al het nieuws dat er dagelijks op ons afkomt? De laatste decennia is de informatiestroom die we tot ons nemen enorm toegenomen. Naast de officiële media heeft de sociale media zich gevestigd. Was de nieuwsproductie tot dan toe voorbehouden aan de mensen die er hun werk van maken – journalisten, opiniemakers – nu ontstonden er platforms waarop iedereen zijn mening kan uiten. De ‘gewone burger’, kreeg de instrumenten in handen om zelf zijn nieuws te maken. Onder de jonge generatie leidde dat tot de opkomst van ‘influencers’, die in filmpjes hun leven laat zien, hun problemen delen én hun inkomsten genereren door zich te laten sponsoren. Onder de jongste generaties is hun invloed groot. Veelal zijn ze rolmodel hoe te leven, en hoe met je problemen om te gaan.

De overvloed aan informatie die dit alles genereert heeft een grote invloed op ons bestaan. De Belgische psychiater Damiaan Denys liet zich eens ontvallen dat wij aan het ‘infuus van het nieuws’ liggen. De nieuwsvoorziening is niet langer de krant of het journaal van acht uur, maar een doorgaande stroom van berichten die ons via televisie, radio, maar vooral: via onze smartphone bereikt. Hij voerde een pleidooi om dat infuus af te koppelen, onze nieuwshonger te matigen en enige afstand te nemen tot de constante stroom van berichten. Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. In zekere zin is het nieuws ook de smeerolie van de maatschappij, het vormt een gezamenlijke bron tot gesprek, tot meningsvorming, tot het uitwisselen van ideeën.

Maar het kan ook iets anders veroorzaken: angst. Zeker met de ontwikkelingen rondom de oorlog in Oekraïne en het conflict in Israël. Wat het eerste betreft: na 75 jaar vrede in Europa, weliswaar lange tijd een gewapende vrede, is er nu aan de rand van het continent een oorlog waarvan het einde niet in zicht is. En de strijd in het Midden-Oosten zou zomaar uit kunnen groeien tot een veel grotere regionale oorlog. Het zien van al die beelden met de uitzichtloosheid van de conflicten kan een grote angst oproepen én moedeloosheid: we zijn machteloos om er iets aan te veranderen. We voelen ons er klein bij. Maar angst is een slechte raadgever stelt hersenwetenschapper Maren Urner in een video op YouTube. Angst maakt dat we alleen maar op korte termijn een beslissing kunnen nemen, in het Engels aangeduid met flight, fight of freeze: vlucht, vecht of bevries. Hoe dan om te gaan met de grote hoeveelheid berichten? En met alles wat ons daarbij angst aanjaagt?

Daarbij zijn verschillende houdingen mogelijk. We hebben het een aantal jaren geleden in de zingevingsgroepen al gehad over Epicurus, een Grieks filosoof die er een pleidooi voor voerde je niet door gebeurtenissen die zich aan jou voordoen te laten overrompelen. Zijn opvatting ging nogal ver. Als hij aan het strand een schip zag zinken probeerde hij de schoonheid van het zinken in te zien, zonder zich erom te bekommeren dat er op het zelfde moment mensen verdronken. Maar waarom hij zich er om bekommeren als hij aan het feit van het zinkende schip toch niets kon doen? Een andere houding ten opzichte van het leed dat zich aan ons voordoet leert ons het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. De man die langs de weg wordt neergeslagen wordt niet geholpen door de priester en de Leviet die passeren, twee mensen die op grond van hun religieuze overtuiging de man een helpende hand zouden moeten toesteken, maar door de Samaritaan, de man waar je niet door geholpen zou willen worden vanwege het feit dat je je in die tijd als Judeeër niet met een Samaritaan hoorde in te laten. Het verhaal leert ons dat het feit dat je er een moraal op na houdt – je naaste liefhebben als jezelf impliceert dat je een gewond mens niet aan zijn lot overlaat – nog niet wil zeggen dat je die moraal ook in de praktijk brengt.  Er kunnen gegronde redenen zijn om niet te helpen, de priester en de Leviet zullen die voor zichzelf ook hebben gevonden, anders hadden ze niet aan de neergeslagen man voorbij gekund.

In beide voorbeelden zit een groot verschil. Het schip bij Epicurus dat voor de kust zinkt, doet dat buiten zijn macht om in te grijpen. Hij kan zich ertoe verhouden door er treurig van te worden of verdrietig, maar hij kiest ervoor om in de beweging van het zinkende schip een schoonheid te erkennen. Bij het verhaal van de Samaritaan is er sprake van een individueel beroep op de passerende medemens. Er wordt een appèl gedaan op degene die voorbij loopt, een roep die om een antwoord vraagt.

Nu gaat het in deze serie zingevingsgesprekken over veerkracht. Laten we die veerkracht eens vertalen met woorden als ‘lef’ en ‘moed’. Daarbij is ‘lef’ ook nog eens het Hebreeuwse woord voor hart. Het heeft iets met bezieling te maken, met je niet afwenden, met de situatie aangaan en daarbij misschien wel een grens over te steken. De Samaritaan doet dat omdat hij de regels, je niet met Judeeërs inlaten, overtreedt. Het appèl van de ander is te sterk. Hij kán ook antwoord geven op dat appèl omdat hij bij machte is om te handelen. Hij kan daadwerkelijk de situatie van de man veranderen. En is dus niet machteloos.

Bij het zien van veel nieuwsberichten momenteel, de constante stroom van oorlogsberichten gebeurt er iets merkwaardigs met ons. De camera’s brengen ons vaak tot op de huid van de slachtoffers. We lijken daarbij de nabije naaste te zijn, maar zijn dat niet. En dat roept een gevoel van onmacht op. Het is niet alleen dat we te klein zijn om een oorlog op te lossen, we kunnen het ook niet omdat er fysiek een grote afstand tussen ons en het slachtoffer is. Die onmacht kan ons verharden en levert ons ook geen veerkracht op. Integendeel, het doet ons de ogen afwenden, de nieuwsconsumptie beperken, of ons helemaal afzijdig houden. De grootste valkuil, zo je wilt de grootste verleiding is die van het cynisme, dat ervan uitgaat dat we ons buiten de werkelijkheid kunnen plaatsen waarin we leven. Een cynicus hardt zich af, is niet veerkrachtig maar bot met een schild van oordeel en veroordelingen. Ten diepste is de cynicus ook eenzaam.

Hoe kun je veerkracht ontwikkelen? Ik denk op al die momenten waarop je als mens ziet dat je in staat bent om te handelen. En om te kunnen handelen is het van belang dat je weet hebt dat je houding kan veranderen. De Samaritaan zal in het verhaal ontdekt hebben dat de man er erger aan toe was dan hij aanvankelijk dacht. Bij de herberg aangekomen waar hij de man onderbracht liet hij geld achter zodat anderen voor hem zouden kunnen zorgen en de herbergier zich blijvend over de man zou kunnen ontfermen. Zijn grensoverschrijdende daad in het helpen van de man, maakte de andere mensen ook tot helpers. Weliswaar doordat ze ervoor betaald kregen, maar dat maakt niet uit. Ze droegen er samen aan bij dat de man weer op weg kon gaan. De beweging die de Samaritaan op gang bracht is tegenovergesteld aan die van de cynicus. Hij onderneemt actie en erkent in die actie ook zijn beperkingen: hij kan niet alles. Daarmee zet hij een beweging in werking. Niet de beweging van je terugtrekken, maar een hand uitsteken. En dat is meer dan voldoende. De veerkracht om te reageren op de situatie roept de veerkracht van anderen op. Misschien waren ze zich er geeneens van bewust dat ze die hadden, maar hij blijkt er wel degelijk te zijn. Niet alleen de houding van de Samaritaan kan veranderen, ook de houding van de anderen. Daarin openbaart zich de hoop.

Als antwoord op de vraag hoe wij ons kunnen verhouden tot de overvloed van ellendige berichten die ons overspoelen zou je als antwoord kunnen geven: door binnen jouw mogelijkheden iets aan deze wereld te veranderen. Maar misschien moeten we toch iets verder kijken. In deze tijd wordt regelmatig de vergelijking met de jaren dertig gemaakt. Historicus Hans Blom,  die onlangs te gast was in het AD-café, waarschuwde ons daarmee op te passen, de geschiedenis herhaalt zich niet, ook niet de onze. Toch kan ik mij terugkijkend verbazen over de ontwikkeling in die jaren. Hoe kon Nederland (en niet alleen Nederland) in de jaren dertig zó wegkijken van de ontwikkelingen die er in Duitsland gaande waren? Vanaf 1933 werden Joden al uit het openbare leven verdreven, de Kristallnacht op 9 november 1938 was een ongekende golf van terreur tegen Joden. Het antisemitisme werd overal gepreekt tot in de kerken toe. Voelden mensen zich te onmachtig om hier tegenop te treden? Overspoelde de politieke en economische situatie hen zoals ons nu de ontwikkelingen in de wereld overspoelen? We kunnen er niet achter kijken. Verlammende angst zal een rol hebben gespeeld, zeker toen het land bezet werd door de Duitsers. Toch lukte het de mensen die in verzet kwamen zich niet door de angst te laten beheersen. Zij zochten niet allen naar de mogelijkheid om te handelen – dat ook natuurlijk – maar werden in eerste instantie gedreven door een motief om te handelen: het niet langer kunnen verdragen dat er onrecht werd aangedaan aan mensen die, net als ieder ander, het recht hebben om te leven, om te bestaan. Het handelen werd dus gedreven naar een verlangen om recht. En ik denk dat dat verlangen onderhouden moet worden, zo je wilt: constant opnieuw gevoed. En dat daarvoor niet zozeer uit de nieuwsvoorziening geput moet worden, maar uit de religieuze en filosofische bronnen die onze cultuur rijk is. Het is daarom goed om in kringen samen te komen, kerkgang kan doorgaans ook geen kwaad, niet om je af te sluiten maar op het spoor te komen van dat verlangen naar recht, het verlangen naar heling van alles wat wordt geschonden. Het is dus niet alleen het appèl dat een ander op je doet. Het is ook weet hebben van een intrinsieke motivatie, een bezieling die we met lef aan kunnen duiden. Hij brengt je soms over je eigen grenzen. En doet je ontdekken dat we verre van onmachtig zijn.

Dit blog werd geschreven voor de zingevingsgesprekken die  in  de Agnus Dei-kerk in Waalre worden gehouden.  Voor  meer informatie: http://www.adkerk.nl/zingeving/            

Voeg een reactie toe

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.