Ont-framen in de Achterhoek
29 augustus 2016 | Door Ferdinand Borger | Geen reacties
Na een stevig ontbijt, Kaffee, Schinken, Ei, nochmal Kaffee… Möchten Sie noch etwas? Nein Danke, es war sehr gut!… verlaat ik Emmerich. De bedoeling is Montferland in te rijden, maar mijn fietstomtom beslist anders. Ook goed. Al na één dag ben ik slaaf van mijn tomtom. Ik rijd oostwaarts het stadje uit, maak een bocht en nader na een kilometer of zes de grens. Aan de andere kant, verscholen net achter de grens ligt Netterden, een lommerrijk dorp met een kerk in het midden, verscholen in het land zoals ik mij de hele Achterhoek voorstel. Glooiende akkers, landgoederen, hier en daar een bos. Maar niets is minder waar. Zodra ik het dorp uitga ontvouwt zich een lange strook kaarsrecht asfalt die het land in tweeën deelt. Aan beide kanten frisgroen grasland gelijk een polder. Het gaat van hieruit 3,5 kilometer rechtdoor meldt mijn tomtom. Ergens aan de horizon gloren wat bomen, een huis, een boerderij. En verder is er tegenwind. Geen forse, wel een vervelende. Het landschap ergert me. Dit is niet wat ik had verwacht. Een troost: de 3,5 kilometer geven mij de ruimte om mijn verwachtingen bij te stellen. Had ik niet ooit ergens gelezen dat grote delen van de Achterhoek pas laat – tot in de twintigste eeuw – in ontginning waren gebracht? En was het dan niet logisch dat in die tijd toen de schaalvergroting de landbouw al zijn greep kreeg, dit een strak en planmatig, meer industrieel landschap opleverde? Door dat land fietste ik nu. Het deerde dit landschap niet of ik het mooi of lelijk vond. De kennis van de geschiedenis leerde mij het wel anders waarderen. Al bleef de wind vervelend.
De zelfreflectie zou die dag niet meer van mij wijken. En ik besefte dat tijd de voorwaarde was om met de werkelijkheid van het land om te gaan. Die werd mij met het fietsen voldoende gegeven. Al trappend kreeg ik in de rust van het nabije maar voorbijglijdende landschap de ruimte om van een vooroordeel tot een oordeel te komen. En binnen die ruimte kreeg het vertrouwen een plaats dat mijn oordeel grond onder de voeten kon geven. Dat vertrouwen werd mij niet door het landschap aangereikt – het landschap is niet te vertrouwen – ik was er mee op de fiets gestapt. Ik had het meegekregen van thuis, ik had het geleerd in de kerk, waar het al oude papieren bleek te hebben. De kerk was ook de plaats waar ik het probeerde te onderhouden. Ik had er ooit voor gekozen om ermee te leven. En in principe iedereen te vertrouwen die op mijn pad kwam. Dat gold ook voor de uitspraken die tegen mij werden gedaan. Over dat wat de mensen over zichzelf en over de werkelijkheid waarin zij leven kunnen melden. Zo voerde ik ooit een intensief gesprek met een gastenpater in een klooster in de Spaanse Pyreneeën die mij anders naar de voor mij godverlaten omgeving leerde kijken. Zijn uitspraken over het landschap gaven aan het landschap waarde en leerde mij het landschap begrijpen.
Pas dagen later hoorde ik dat ver weg van de Achterhoek een debat werd gevoerd. Een vrouw in een boerkini werd op een strand in Zuid-Frankrijk gedwongen zich van haar kleding te ontdoen. In het kader van het recente terroristische geweld werd haar kleding begrepen als een te weinig neutrale. De seculiere normen gebaseerd op vrijheid en neutraliteit schrijven bijna naakt voor, de neutrale staat volgt klaarblijkelijk de laatste mode. Het bizarre van het voorval was dat de mededeling die de vrouw over zichzelf deed geen enkel doel trof. Ze bedekte zich uit geloofsovertuiging en die had niets met jihadisme te maken, laat staan met aanslagen, zei ze. Ze was Francaise en hield van haar land. Ze werd niet geloofd. Met de opgedane inzichten van mijn fietstocht: het was hier niet van een vooroordeel tot een oordeel gekomen. De vrouw had er de tijd niet voor gekregen en de ordehandhavers hadden er de tijd niet voor genomen. De uitspraak die de vrouw over zichzelf deed werd niet voor waar gehouden.
Angst vernietigt in eerste instantie onze tijd en baart vervolgens een frame dat op zijn beurt weer tot vernietiging leidt. De vrouw kon niet anders meer worden gezien dan als een tegenstander van de Franse staat. Zij was met haar kledingkeuze niet langer loyaal aan de waarden van gelijkheid, vrijheid en broederschap. En met haar werden alle vrouwen die zich in een boerkini op het strand durfden te vertonen gediskwalificeerd.
Nu kan een dergelijk frame alleen worden vernietigd als er tijd en ruimte worden gevonden om tot een zinnig en weloverwogen debat te komen. Daarvoor kan worden gekozen. Het lijkt me bij uitstek de taak van de staat deze tijd en ruimte te organiseren. Voor het ontbreken van het vertrouwen ligt dat anders. Het hervinden daarvan moet ergens anders vandaan komen. In tegenstelling tot de algemene beschouwingen die je tegenwoordig over religie kunt vinden is mijn stelling nog steeds dat religie één van de grootste bronnen en leveranciers van dit vertrouwen is. Het zijn juist de gestolde verhalen van de religieuze tradities waarin ten diepste alle diepmenselijke aspecten als haat, vrede, oorlog en verzoening en liefde te sprake worden gebracht. Tegelijkertijd ligt in de stolling van deze verhalen ook het grootste probleem waarmee religies op dit moment te kampen hebben: de verhalen moeten worden onderzocht, ze vragen om een omgang die van een-dimensionaliteit niet wil weten, ze zijn wars van kretologie, ze zijn niet terug te brengen tot one-liners, ze zijn geen leveranciers van instant-vertrouwen. Ze vragen kortom om tijd en ruimte, ze hebben bijvoorbeeld een eredienst nodig en een uur op zondagmorgen.
Religieuze tradities zijn uiterst kwetsbaar. Het is verontrustend om te zien dat een kleine groep mensen in staat is om religie door terreur als synoniem voor haat en geweld te framen. Even verontrustend is het dat een veel grotere groep mensen er voor pleit om vanwege deze terreur om ons van alle religieuze bronnen af te sluiten. Het wordt zelfs als een grote stap voorwaarts gezien. Het is dus mede door het terrorisme zelf dat het frame in leven wordt geroepen en het is de seculiere maatschappij die dit frame omarmt en weigert te onderzoeken.
Nu zou ik hier tot het oordeel kunnen komen dat zowel terreur als secularisme tot vernietiging leidt. De eerste eist mensenlevens, de tweede scheidt ons van onze religieuze bronnen en daarmee van een groot deel van ons cultureel erfgoed. Maar dit oordeel is te makkelijk. Religieuze tradities zijn hier zelf ook in het spel ook al liggen ze onder vuur. En erkend moet worden dat – hoe bizar ook – er mensen vanuit religieuze motieven haat en verderf zaaien met een ongekende opofferingsgezindheid die ons doet huiveren. Het frame religie=geweld wordt dan ook constant van voedsel voorzien.
Maar er is nog iets anders. De doelloze vernietigingen in de oorlog in Syrië ontmenselijken het bestaan tot vormen die aan de absurditeit voorbij gaan. Ze spiegelen de diepste zinloosheid. Wij verdragen deze zinloosheid niet. En merkwaardig genoeg is deze absurditeit weer een voedingsbodem voor een frame, waarbij op een perverse manier zin wordt gegeven aan wat geen zin heeft. Zinloosheid voedt zo complottheorieën. De vluchtelingenstroom naar Europa is een poging om de Islam te verspreiden en Europa te onderwerpen hoorde ik onlangs. Hoewel ik die gedachte direct wilde weerleggen begreep ik bij navraag dat de theorie niets anders was dan een poging een antwoord en zin te geven aan iets wat geen zin heeft. Het bestaan kan niet zo absurd zijn dat wij elkaar massaal vernietigen. Dat gaat er bij ons niet in. Daar moet een hoger doel achter zitten, want het past niet bij het beeld dat wij van onszelf hebben. Wij zijn tolerante positieve en vrijdenkende mensen die in vooruitgang geloven. We worden ons steeds betere zelf. Blijkbaar vergeten we, nog maar 70 jaar na de grootste vernietiging die de mensheid zichzelf heeft aangedaan, waartoe mensen in staat zijn. We kunnen het bestaan van elke zin beroven.
Het geweld en de vernietiging onder ogen zien is het moeilijkste wat ons te doen staat. Ze behoren tot de mogelijkheden van de menselijke soort en kennen angst als één van de rijkste voedingsbodems. Het is de angst die de tijd en de ruimte vernietigt om het spel van vooroordelen en oordelen een kans te geven. En het zijn de religieuze bronnen waaruit wij ons vertrouwen kunnen putten. Mits we de tijd nemen. En niet lui zijn, noch laf.
Voeg een reactie toe